Deel 6 26 juni 2023

Het laatste kwartier lijkt wel een uur te duren, maar dan is het eindelijk één uur. Rutger voelt zich mentaal uitgeput, maar zijn nieuwsgierigheid wint het van zijn vermoeidheid. ‘Hier is de adapter weer, Eva. Dankjewel voor het lenen.’ ‘Graag gedaan, Rutger. Hoe vond je het gaan de eerste dag?’ In zijn ooghoeken ziet hij Pam de deur al uitgaan en eigenlijk heeft hij helemaal geen zin om Eva’s vraag te beantwoorden. ‘Het ging best goed, Eva. Nu ben ik wel wat moe, maar dat komt omdat ik het niet meer gewend ben om me zolang achter elkaar te concentreren.’ Rutger kijkt door het raam, maar hij ziet Pam niet meer, zou ze haar belofte vergeten zijn? ‘Je hebt het prima gedaan, Rutger. Ik zie je donderdag weer. Fijne middag verder.’ Eva verdwijnt weer in het keukentje en snel pakt hij zijn tas, want als Pam er niet meer is en hij opschiet dan zou hij de bus van tien over één nog halen. Gehaast trekt Rutger de deur achter zich dicht en loopt met grote passen richting het busstation aan het begin van de straat. Hij is bijna bij de bus en staat op het punt om in bus 325 te stappen als hij achter zich een stem hoort. ‘Waarom zo gehaast?’ Met een ruk draait hij zich om. ‘Pam, ik dacht dat je al naar huis was.’ Rutger veegt zijn bezweten handen aan zijn broek af. ‘Jongen ga je nog instappen of niet?’ klinkt het achter hem. ‘Nee, ik neem de volgende bus,’ zegt hij tegen de buschauffeur. Met een sissend geluid sluiten de deuren zich achter hem en de bus vertrekt. Rutger verzameld al zijn moed en vraagt Pam nogmaals naar wat zij van het weekend heeft gedaan. ‘Zullen we een broodje halen, dan zal ik je vertellen wat ik van het weekend gedaan heb. Pam wijst naar een broodjeszaak aan de andere kant van de weg. ‘Dat is goed. Ik heb eigenlijk best wel trek,’ zegt Rutger. Samen steken ze de straat over en gaan de broodjeszaak binnen. Niet veel later hebben ze allebei een broodje ham kaas en een kop koffie voor zich. Rutger kijkt Pam afwachtend aan, maar die neemt eerst een grote hap van haar broodje. Voordat ze eindelijk antwoord geeft op de vraag die hem al bijna anderhalf uur bezig houdt. ‘Ik doe in het weekend vrijwilligerswerk in het dierenasiel. We kregen dit weekend een puppy binnen die ik mocht verzorgen.’ Rutger luistert aandachtig, hij is dol op honden, maar sinds hij op zichzelf woont vonden zijn ouders het niet verstandig dat hij de verantwoordelijkheid had voor een huisdier, aangezien hij moeite had met zijn bed uitkomen. Hij miste dat vaak wel, want met de hond van zijn ouders had hij vaak lange wandelingen gemaakt. Helaas was Laika een paar weken terug overleden ze was oud geworden maar, Rutger miste haar nog iedere dag, sindsdien voelde hij zich niet meer zichzelf en had hij zich op het gamen gestort. Om zijn pijn te verzachten en het gevoel wat hem van binnen kapot maakte te vergeten het leek wel of het allemaal nog moeizamer ging sinds Laika was overleden. ‘Wat is er Rutger?’ Pam kijkt hem bezorgd aan. ‘Ik mis de hond van mij en mijn ouders, ze is een aantal weken terug overleden.’ ‘Wat naar voor je, Rutger. Heb je een foto van haar?’ Pam legt even haar hand op die van hem, als een troostend gebaar en opnieuw voelt hij een siddering door zijn lichaam gaan. Hij haalt zijn mobiel tevoorschijn en laat Pam een aantal foto’s van Laika zien. ‘Je ziet dat het een lieve hond is, Rutger. Ik snap dat je haar mist. Hebben je ouders geen nieuwe hond genomen?’ Pam kijkt hem aan, haar hand ligt nog altijd op die van hem en hij voelde geen enkele behoefte om hem weg te halen. ‘Nee, daar wilden ze over nadenken. Ze werken namelijk allebei en voor een nieuwe hond heb je veel tijd nodig. Zou ik die puppy eens mogen zien of heb je daar geen foto’s van?’ Rutger neemt de laatste hap van zijn broodje en drinkt het laatste restje van zijn koffie. ‘Natuurlijk heb ik foto’s van de puppy, toen ze binnen werd gebracht lag ze zo lief te slapen ik kon het niet laten.’ Er breekt een lach door op Pams gezicht en hij voelt zich meteen wat vrolijker. Rutger smelt bij het zien van de puppy die zo lief ligt te slapen op een dekentje. ‘Wat is ze mooi,’ Rutgers ogen ontmoeten die van Pam en als hij nog een keer naar de foto kijkt. Is hij verkocht, hoe kan het nou dat sommige mensen zo een kleine puppy niet lief vinden. ‘Als je wilt Rutger kunnen we donderdag wel een keer naar de puppy gaan kijken na het werk. Je bent namelijk altijd welkom in het asiel. ‘Heel graag, Pam, maar nu moet ik wel naar huis. Mijn begeleidster belt zo nog en ik weet niet precies wanneer de volgende bus vertrekt richting mijn huis.’ ‘Dan doe dat, Rutger. Ik moet zelf ook gaan, tot donderdag.’ Rutger kijkt nog een keer achterom als hij de broodjeszaak verlaat en zwaait nog een keer naar haar. Met verende tred loopt hij richting het busstation waar bus 325 net komt aangereden. Het is dezelfde chauffeur als daarstraks en Rutger durft hem zelfs te groeten als hij de bus instapt. In gedachten verzonken gaat Rutger op een van de stoelen zitten en hij denkt weer aan de puppy op de foto’s die Pam hem liet zien. Het is een teefje had ze hem vertelt van acht weken oud. Eigenlijk nog een paar weken te jong om al bij de moeder weg te gaan en daarom zouden ze haar een paar weken in het asiel houden, voordat het asiel haar zou laten adopteren door iemand. Rutger vergeet bijna om op de knop te drukken als ze vlak bij zijn halte zijn, alleen omdat hij de omgeving zo goed kent, vergeet hij het niet. Net op tijd drukt hij op de knop en de bus komt tot stilstand zodat hij uit kan stappen. Als hij niet veel later thuis is, wordt hij gebeld door Madelief. ‘Hallo Madelief,’ zegt hij vrolijk. ‘Hey Rutger, hoe was het bij Computerkundig?’ ‘Het ging goed bij, Computerkundig, Madelief. Ik heb vorderingen kunnen maken en volgens mij was Eva tevreden.’ ‘Goed zo, Rutger en hoe ging de busreis.’ ‘Die ging ook goed, maar ik ben eerst nog wat gaan eten, met Pam, voordat ik naar huis ben gegaan.’ Het duurt een paar seconde voordat Madelief antwoordt. ‘Je bent met iemand die een compleet vreemde voor je is iets gaan eten. Rutger, zo ken ik je helemaal niet, maar ik ben super trots op je, volgens mij doet Computerkundig je goed. De rest moet je me morgen maar vertellen, Rutger. Ik wil graag meer weten over dat meisje Pam.’